Bij de fokkerij en selectie van onze melkkoeien streven we naar A2-melk. Hierin komt het melkeiwit Beta-casëine A2 voor. Er zijn serieuze aanwijzingen dat melk of (rauwmelkse) kaas met dit type eiwit beter past in de menselijke spijsvertering dan gewone melkproducten (waarin meestal Beta-caseïne A1 de overhand heeft).
Mensen met koemelkallergie blijken vaak geen problemen te ondervinden van de consumptie van (rauwe) A2-melkproducten. Al onze koeien geven melk waarin enkel het Beta-caseine A2 voorkomt. Daarmee is deze melk, voor wat betreft de Beta-caseine, vergelijkbaar met geitenmelk die altijd het type A2 bevat.